Salta is een moderne, jonge en echt leuke stad in het noordwesten van Argentinië. Omgeven door een uitgestrekte en heel dun bevolkte altiplano: een woestijnachtige omgeving met gekleurde rotspartijen, vulkanen, helderwitte zoutvlakten en af en toe een heel klein dorpje. De inwoners hebben het uiterlijk en de tradities van de Inca´s. Echt een gaaf gebied om te bezoeken!

Natuurlijk zijn er weer honderden agencias die allerhande tours aanbieden, maar wij vinden het tijd om de eigen rijkunsten eens op de proef te stellen. Dan sta je bij zo´n autoverhuurtoco en ja, natuurlijk wil je zo´n vette 4×4 met pick-up en 4l+motor om een beetje stoer over de altiplano te crossen…
Enfin, de volgende dag reden we onze 3 deurs Opel Corsa uit het depot.

Even een beeld van het gemiddeld rijgedrag in Salta. 1, 2, 3 of 4 baans weg? Geen idee, en het lijkt ook niet uit te maken want het doel is gewoon zo snel mogelijk op de plaats van bestemming te komen dus cross je van links naar rechts naar links voor ieder ander langs. Je ziet het meteen als er nog een toerist op de weg zit, die gebruikt namelijk zijn knipperlicht. Sukkel. Totaal overbodig. Rij nooit rechts want invoegende bussen zien geen rode Corsa´s. Bovendien raast iedereen je links voorbij, en sta je eenmaal stil… dan sta je stil. Heel lang smiley

Oké, we laten Salta achter ons. Het zuidelijke gebied is geweldig en eenmaal de stad uit zijn we haast de enigen op de weg. Kijk hier maar eens voor een indruk van dit gebied.

Blog Image

De volgende dag rijden we laat op de dag Salta weer voorbij als we op weg zijn naar de noordelijke provincie Jujuy. Een hele trip, weer een uur of 8 in de auto maar Edwin ragt gedwee door. Dag 3 wordt het pas echt spannend. Om niet tweemaal dezelfde weg te hoeven rijden, moeten we een stuk over de Ruta 40 (de bekende onverharde ripio gravelweg die van de Boliviaanse grens tot aan het zuidelijkste punt van Patagonië loopt). De tourist office in Salta had ons dit afgeraden, tenzij we een 4×4 zouden huren. Maar ja, die gasten moet je nooit serieus nemen (…toch?). De kerel van de verhuur maakte het sowieso niet uit wat we met zijn mobiel gingen doen en keek ons nogal raar aan toen we überhaupt informeerden wat zijn advies was. De localos in het dorpje voor de pas keken naar ons scheurijzer en stelden: ¡No hay problema! ¡Muy bueno auto! Tja, ze zullen hier wel meer gewend zijn… Maar goed, omdraaien en 400 km dubbel rijden leek ons onzin, dus hop, de ripio op!

Met 40 km/u tuffen we al hobbelend en schommelend door het compleet verlaten landschap en we vinden het allemaal wel stoer! Totdat binnen no time de schapenwolkjes verderop dikke wolken worden, dan zwarte wolken en dan inktzwarte lucht met hevige onweersbuien. Stress. Geen andere auto´s, geen dorpjes, geen bomen. Niets behalve een hele grote vlakte en het rooie gevaarte dat inmiddels met 80 over de ripio stuitert. (En ja, we kennen de theorie van de bliksem en de kooi van Faraday op rubber banden, maar normaal moet je hem dan toch tegen een boom zetten voor de ontlading?! Juist ja..)

Uiteindelijk komt het natuurlijk allemaal goed anders hadden we deze blog niet geschreven smiley. Edwin trapt het gaspedaal nog wat in en Sara houdt de inmiddels rammelde ramen op zijn plaats en zo blijven we het noodweer voor. We kunnen weer lachen dus tijd voor een filmpje.

Het eerstvolgende dorpje dat we tegenkomen is San Antonio de los Cobres en we snellen de eerste de beste hospedaje in. Vervolgens barst het noodweer los! JIT.

De laatste dag rijden we in een zonnetje de laatste uurtjes terug naar Salta. Ons rode beestje is inmiddels grijs van alle stof en modder. Dus steenslag..? Nee hoor, todo bien. Prima tocht!