Edwin roept al weken dat Mérida “echt een hele leuke, mooie plek” is. Bij aankomst laat het oordeel nog even op zich wachten, want het is hier niet bepaald koeler dan in Campeche. Maar het goede nieuws is… het hostel dat we uitkiezen heeft sinds kort een zwembad. Wat een luxe! Wanneer met een buitje de temperatuur na zonsondergang flink is gedaald, lopen we naar het centrum van Mérida. Er is volop leven in de brouwerij en inderdaad blijkt wat een mooie stad dit is! Oude gebouwen, zuilengalerijen en de kathedraal zijn in zachtgeel licht gehuld en op het centrale plein geven groepen folkloredansers op traditionele muziek acte de presence.

In Mérida regelen we de laatste etappe van onze reis door de vliegtickets naar Cuba voor over twee weken te boeken. Een raar idee dat dit laatste land op onze reis al zo dichtbij komt, en zo ook de terugkomst naar Nederland, maar we hebben nog een paar mooie weken te gaan (foto´s).

Nu dit geregeld is reizen we door naar Valladolid. Nog zo´n “echt hele mooie, leuke plek om naar uit te kijken” volgens Edwin, maar deze keer ziet ie er toch een beetje naast smiley. Er is niet veel te beleven en buiten een groot plein is het ook niet bijzonder mooi. Het hostel waar onze gids zo enthousiast over schrijft blijkt te zijn opgeheven en het alternatief wordt een hotelletje waarvan we er al zoveel hebben gezien deze reis. Maar we treuren niet te lang en gaan op zoek naar de Cenote Dzitnup die zeven kilometer buiten Valladolid ligt. Cenotes waren heilige poelen die vaak werden gebruikt voor offerplechtigheden door de Maya´s en liggen vaak in een grot onder de grond. Dzitnup is prachtig met een natuurlijk gat in het plafond waar doorheen daglicht naar binnen stroomt en stalactieten. In eerste instantie beetje vreemd idee om in het grotwater rond te zwemmen, maar wel lekker verfrissend!

De volgende ochtend nemen we een bus naar Chichén Itzá: de waarschijnlijk meest bekende Maya-site van Mexico. Als eigenwijze doorgewinterde toeristen slaan we het advies van de reisgids om vroeg te vertrekken weer eens in de wind, maar deze keer lijken de goden ons minder gunstig gezind, want onderweg worden we ingehaald door de ene na de andere luxe touringcar met toeristen uit Cancun. Bij aankomst staan de groepen toeristen met hotelbandjes om de pols en verhitte gidsen die hen bij elkaar proberen te houden voor de ingang te drommen: een beeld dat we op deze ries nog niet eerder hebben gezien. Als makke schapen sluiten we achter een lange rij voor het loket aan en zinkt de moed ons een beetje in de schoenen. Maar even later op de site blijken de hordes zich redelijk te verspreiden en kunnen we toch genieten van de ruïnes van Chichén Itzá. De site is niet de mooiste die we tot nu toe hebben gezien, maar het imposante Castillo is er niet minder indrukwekkend om (foto´s).

Met vooruitziende blik hebben we al een ticket gekocht voor een directe bus vanuit Chichén Itzá naar Tulúm, onze volgende bestemming aan de oostelijke zijde van het Yucatán peninsula.